Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Actieve informatieplicht moet politieke controle versterken

(gepubliceerd in Binnenlands Bestuur dd 1 oktober 2004)

De recente rapporten van de Algemene Rekenkamer alsmede de verhoren van de commissie Duivesteijn laten zien hoe slecht het geregeld is met de informatiestroom tussen bestuurlijk en politiek Nederland. Dat Nederland een informatieland is, blijkt een mythe. Natuurlijk: informatie is er volop, te oordelen naar het aantal media. Maar dat is iets anders dan informatie die nodig is voor de volksvertegenwoordiging om zijn controlerende taak daadwerkelijk te kunnen uitoefenen. 

Een actieve informatieplicht moge wettelijk op gemeentelijk niveau nu geregeld zijn, de praktijk laat zien dat deze hardnekkig is dan de leer. Maar op landelijk niveau is de situatie nog behoorlijk veel slechter. Immers, op een gemeentehuis zitten bestuur, controlerende volksvertegenwoordiging en de ambtenaren onder één dak. Dat maakt het makkelijk voor een gemeenteraadslid om eens te gaan ‘buurten’ bij een ambtenaar.  In Den Haag zijn de ministeries onneembare vestes voor de volksvertegenwoordiging en is de bereidwillige medewerking van een ambtenaar, wat best regelmatig voorkomt, eerder een gunst dan een recht.

Omdat het kabinet ook wil laten zien de tekenen des tijds te vatten is het sinds enkele jaren druk bezig met het optuigen van het zogenaamde VBTB (Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording)-proces. Iets wat in gemeenteland al in veel gevallen gemeengoed is, nl. doelstellingen, middelen en resultaten expliciet, transparant en afrekenbaar te maken, wordt nu ook per departement doorgevoerd. Maar dit dreigt door te schieten: een registratie van gegevens om de registratie, wat alleen maar de productie van papier en bureaucratie bevordert. Volksvertegenwoordigers zien dan door de bomen het bos niet meer.

Waar het op uit moet komen is dat de controle van uitvoering van beleid veel politieker plaats moet vinden. Het is een hardnekkige misvatting dat als een besluit, na politieke discussie, eenmaal is gevallen, de uitvoering ervan slechts techniek is. Dat laten de verhoren van de onderzoekscommissie Duivesteijn nog eens haarscherp zien. Het is het parlement zelf –en dat geldt trouwens ook voor gemeenteraden- dat zich er veel bewuster van moet zijn dat controle en verantwoording een permanent en politiek proces is, waarbij op essentiële, belangrijke onderdelen van beleid –denk aan grote projecten- voortdurend de vinger aan de pols gehouden moet worden. Dat vergt een andere werkwijze van het parlement, bijv. het vormen van kleine, tijdelijke commissies die, goed ondersteund, zich vastbijten in het kritisch volgen van de uitvoering van beleid van belangrijke politieke onderwerpen. Hierdoor maakt de volksvertegenwoordiging zich veel meer eigenaar van een onderwerp, waarvan het alleenvertoningsrecht nu bij een minister met zijn of haar ministerie ligt. De controle vindt dan ook politieker plaats, omdat het parlement bestaat uit verschillende partijen, terwijl een ministerie monomaan wordt aangestuurd. En bovenal vergt een meer politieke controle kennis van de informatiestroom die tussen ambtenaren en bestuurders rondgaat. Daarbij hoeft echt niet elk rapport rondgestuurd te worden (liever niet!), maar is wel een inzage via de digitale snelweg van wat er aan informatie en adviezen voorhanden is, hard nodig. Een dergelijke index, die de commissie ‘Toekomst Overheidscommunicatie’ in haar advies bepleitte, werd onlangs in een Kamerdebat door minister De Graaf niet nodig geacht. Het is te hopen dat de commissie Duivesteijn in haar rapport de noodzaak van een betere politieke controle onderkent en daar ingrijpende voorstellen voor doet.

Leo Platvoet

Eerste Kamerlid GroenLinks