Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

De gemeenteraad kan en moet meer macht nemen

(gepubliceerd in het Parool van 14 maart 2002)

Onlangs hield het NIPO een enquête naar de bekendheid van het begrip 'dualisme'. Slechts 1% van de ondervraagden gaf het goede antwoord. De 'wet dualisering gemeentebestuur', die de Eerste Kamer op 26 februari goedkeurde, heeft de bedoeling de gemeentepolitiek voor de kiezers aantrekkelijker te maken. Er valt dus nog een wereld te winnen voor lokale politici.

Over de wet zijn kritische noten te kraken. Zo is het me een raadsel hoe de positie van de gemeenteraad kan worden versterkt, wat een van de bedoelingen van de wet is, als tegelijkertijd bevoegdheden naar het college van B&W worden overgeheveld. Nu de wet echter van kracht is kan aan gemeenteraden de eis worden gesteld dat ze als een echte volksvertegenwoordiging gaat functioneren. Want dat is het wezen van dualisme: de gemeenteraad, in al haar pluriformiteit, steekt haar voelhorens uit in alle geledingen van de gemeentelijke samenleving, stelt van tevoren vast welk beleid het college van B&W moet voeren, controleert het college en rekent het vervolgens af op de geleverde resultaten. Tegenover deze koene volksvertegenwoordigers, die de stroopkwast hebben ingeruild voor het floret, staat het college van B&W. Dit heeft weliswaar meer bevoegdheden dan vroeger, maar moet het niet wagen om die bevoegdheden te gebruiken op een manier die de gemeenteraad niet zint. Vooraf heeft de gemeenteraad immers al concreet aangegeven hoe het college moet besturen. En bij belangrijke zaken zal het college ook eerst het besluit dat ze wil nemen, moeten voorleggen aan de gemeenteraad.

Waar eerst de gemeenteraad zelf kon beslissen, neemt nu het college de feitelijke besluiten. Dat is een achteruitgang, want B&W-vergaderingen zijn besloten en hun stukken geheim. Maar dat is geen wet van Meden en Perzen. De gemeenteraad moet gewoon eisen dat die stukken openbaar worden. En ook de vergaderingen van B&W kunnen openbaar worden. Daar verzet geen wet zich tegen. Natuurlijk, koudwatervrees stroomt door vele aderen bij de gedachte dat collegevergaderingen openbaar worden. Dezelfde argumenten worden gehanteerd als 30 jaar geleden toen de openbaarheid van commissievergaderingen het schrikbeeld was voor elke regent. Maar laten ze het eens proberen, bij wijze van experiment.

Om het college beter te kunnen controleren beschikt de gemeenteraad over nieuwe middelen. Zoals het enquêterecht. Langdurig falend beleid bij een gemeentelijke dienst? Forse overschrijdingen van budgetten? De gemeenteraad kan nu getuigen die verantwoording hebben gedragen onder ede verhoren. Gedraai en halve waarheden van verantwoordelijke politici zijn dan uitgesloten. Jammer dat de Tweede Kamer het niet heeft aangedurfd om ook een gekwalificeerde minderheid van pakweg 2/5e deze mogelijkheid te geven. Zo blijft het instrument alleen te gebruiken als één of meerdere collegepartijen er mee akkoord gaan. Maar geen nood! Een zelfbewuste gemeenteraad kan natuurlijk zelf met een >gentlemen=s agreement= afspreken dat een enquêteverzoek een meerderheid krijgt als deze door tenminste 40% van het aantal raadsleden wordt ingediend. Hetzelfde geldt voor de in te stellen gemeentelijke rekenkamer. Deze moet ook in opdracht van een minderheid van de gemeenteraad onderzoeken naar misstanden kunnen uitvoeren.

Wethouders zijn in het nieuwe duale systeem niet langer gemeenteraadslid. Dat is een verbetering, want de oude situatie was niet erg geloofwaardig. De gemeenteraad moest het college controleren, maar de wethouders waren zelf ook raadslid. En jezelf controleren in de politiek is een hopeloze opdracht. Maar de wet is op dit punt doorgeschoten. Wethouders hoeven niet op een kandidatenlijst te staan en kunnen zelfs van buiten de gemeente worden gehaald. Daar werkt een gemeenteraad, die de vertrouwensband met de kiezer wil aanhalen, natuurlijk niet aan mee. Kandidaat-wethouders moeten op de kandidatenlijst hebben gestaan, zodat de kiezers ook weten wie na de verkiezingen de wethoudersstoelen vullen.

En dan de burgemeester. Die blijft voorzitter van zowel het college als van de gemeenteraad. Dat is een onmogelijke spagaat. Stel dat de gemeenteraad een motie aanneemt, die het college niet wil uitvoeren. Met welke pet op gaat de burgemeester deze tegenstelling verdedigen? De raad moet het college controleren, maar wordt wel voorgezet door de voorzitter van datzelfde college. Maar ook daar valt wat op te verzinnen. Bij afwezigheid van de burgemeester wordt in de nieuwe situatie het voorzitten van de raad waargenomen door een gemeenteraadslid. Dus wat let de raad om in goed overleg met de burgemeester hem regelmatig vrijaf te geven van deze taak?

Gemeenteraadsleden kunnen een beroep doen op ambtenaren. Dat moet een gemeenteraad dus goed regelen: elk raadslid claimt pakweg 100 uur ambtelijke bijstand per jaar. Fracties krijgen nu een wettelijk recht op ondersteuning: een fors budget om zelf deskundige contra-expertise te kunnen inhuren, is hiervan de meest nuttige invulling. En een raadsgriffie gaat de gemeenteraad als geheel ondersteunen. Goed bemensen dus, zodat de octopus-achtige greep van de gemeentesecretaris op het ambtenarenapparaat wordt geneutraliseerd.

Maar het belangrijkste is dat de lokale politici met al hun mogelijkheden er voor zorgen dat de gemeenteraad op een herkenbare, interactieve manier problemen ter discussie stelt, analyseert en oplossingen formuleert.

Doen ze dat niet dan werkt deze wet dodelijk averechts. Nog meer macht en bevoegdheden bij de wethouders en een hierin berustende gemeenteraad: het zal leiden tot een niet eerder vertoonde kiezersvlucht.

Leo Platvoet

Eerste Kamerlid GroenLinks