Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Verkiezingen in bezet gebied

Begin januari 2005 was ik in de Palestijnse gebieden als waarnemer namens de Raad van Europa bij de verkiezingen voor een nieuwe president van de Palestijnse Autoriteit.  Wie zou de opvolger worden van Yasser Arrafat?

Dinsdag 4 januari 2005

Inchecken bij El Al is toch iets anders dan bij, pakweg, de KLM. Indringende vragen worden als een verhoor op je afgevuurd: van wie is die koffer?, wanneer heeft u die ingepakt?,  waar heeft u die ingepakt?, wie was er bij het inpakken aanwezig?, hoe bent u naar Schiphol gekomen?, heeft u de koffer steeds bij u gehad? enz. De handbagage wordt bij het instappen van je afgenomen en buiten het zicht onderzocht. Maar goed, het vliegtuig vertrekt op tijd en komt dus ook keurig op tijd in Tel Aviv aan. Meteen uit het vliegtuig stappend, word ik opgewacht door een snelle jongen van de VIP-dienst die me door allerlei bureaucratische formaliteiten heen loodst, maar aflevert bij een vertegenwoordiger van de Europese Unie die me natuurlijk niet op zijn lijst heeft staan, want ik ben van de Raad van Europa. Die twee worden wel meer door elkaar gehaald. Maar het ongemak lost zich snel op, omdat de door de Raad van Europa als een engel gezonden taxichauffeur zich meldt.

De taxichauffeur is een Palestijn. Eenmaal op weg naar Jeruzalem begint hij onmiddellijk te vertellen over de discriminatie waar de Arabische bewoners van Jeruzalem mee te maken hebben. Ze kunnen geen paspoort krijgen en worden op alle mogelijke manieren dwarsgezeten opdat ze zo snel mogelijk van Jeruzalem naar de Westbank verhuizen. Maar dat weigeren ze; ook mijn taxichauffeur die met weinig woorden aangeeft waarom. Hij is er geboren, zijn vader, zijn opa enz.

Woensdag 5 januari 2005

Vroeg op, want de oude stad van Jeruzalem wacht. Ik loop langs een zwaar bewaakt Amerikaans consulaat en een kantoor van het –Israëlische- Ministerie van Binnenlandse Zaken waar Palestijnen dik in de rij staan om een identiteitskaart te kunnen bemachtigen. Mannen met ouderwetse tikmachines staan op de stoep tegen betaling formulieren voor de smachtende wachtenden in te vullen.

 

Door de Damascuspoort, de aanbevolen entree van mijn Rough Guide, ga ik het oude Jeruzalem in. Stegen, trappen, maar vooral in dit moslimdeel overal een levendige, uitbundig tentoongestelde straathandel. De zintuigen worden aangenaam op de proef gesteld. De oude binnenstad van Jeruzalem is niet groot, zo ongeveer een kilometer in het vierkant. Met daarin een moslim wijk, een joodse wijk, een christelijke wijk. De moslimwijk is verreweg het levendigst en wordt doorsneden door de Via Dolorosa, waar Jezus zijn kruisweg heeft afgelegd. De twaalf statiën zijn, soms met kapelletjes gemarkeerd en trekken veel pelgrims. Ik kruis een groepje dat een houten kruis mee zeult. De statieweg komt uit bij de Grafkerk, die gebouwd is op de plek waar Jezus gekruisigd, begraven en verrezen is. Geen onbeduidende plek derhalve voor de gelovige christenen die dan ook in grote getale vol devotie neerknielen, bidden en voluit de digitale camera hanteren. Vanaf hier zwerf ik verder langs Grieks-orthodoxe souvenirwinkels, christelijk-Arabische scouting, een koptisch kerkje, een Armeens klooster, moskeeën en synagogen naar de klaagmuur. De enige keer dat ik in de oude stad door een detectiepoort moet. De klaagmuur is in tweeën verdeeld: mannen en vrouwen worden gescheiden door een hek waarbij de vrouwen overigens minder strekkende meters tot hun beschikking hebben. Er wordt fanatiek gebeden, vaak gepaard gaand met heftige lichamelijke schokken. De klaagmuur is in feite onderdeel van  al-Haram al-Sharif (voor joden: de Tempelberg), na Mekka en Medina de heiligste plek van de moslims. Deze plek is de grootste open ruimte in de oude stad. Vele poorten leiden vanuit de aangrenzende moslimwijk hier naar toe. Maar voor niet-moslims is er slechts een ingang, pal naast de klaagmuur. Op een bord waarschuwt de rabbijn van Jeruzalem dar joodse gelovigen hier niet naar binnen mogen.

Jeruzalem stad van drie belangrijke wereldreligies, die elkaar –en de rest van de wereld-  zo veel ellende hebben bezorgd. Op een vierkante kilometer liggen hun grootste heiligdommen ogenschijnlijk zorgeloos door elkaar en krioelen joden, moslims, christenen en ongelovigen daar tussen door.

Donderdag 6 januari 2005 

De zon schijnt. Eerst de oude stad in om uitgebreider dan gisteren de Tempelberg te kunnen zien. En vast te leggen, want die gouden koepel van de Qubat al-Sakhra moskee blinkt vervaarlijk in de zonneschijn. Ik dwaal rond over het grote terrein: fonteinen, bogen, het islamitisch museum, dat gesloten is, en de beide moskeeën, die alleen voor de ware gelovigen te bezoeken zijn. Maar ook de buitenkant van de Qubat al-Sakhra moskee mag er zijn, rijk versierd met blauwe tegels en boute teksten.

                 

Quabat al-Sakhra moskee                                                      Nederzettingen rond Bethlehem

Daarna met de minibus naar Bethlehem, dat zo’n acht kilometer ten zuiden van Jerusalem ligt. Maar het is  Palestijns gebied. Israël heeft het vorig zwaar te pakken genomen. De stad is omringd door een ijzeren hek, een checkpoint maakt autoverkeer praktisch onmogelijk en in snel tempo wordt Bethlehem met forse flatblokken door Israëlische kolonisten omsingeld. De bus zet me dan ook voor het checkpoint af. Detectiepoortje door, paspoort laten zien en doorlopen. Na een paar honderd meter staan vele taxichauffeurs me op te wachten die je bijna voor niks -er is nauwelijks klandizie- naar de geboorteplek van Jezus willen brengen. Ik heb een onverklaarbare afkeer van taxi’s, maar nu zwicht ik. De chauffeur rijdt naar de geboortekerk, maar biedt me eerst in de souvenirwinkel van zijn  broer een kop thee aan. Zijn broer probeert me souvenirs aan te smeren, wat hem ondanks zijn aanhoudende aanprijzingen niet lukt. Daarna ga ik de kerk in. Het is er vol met Grieks-orthodoxen, die bij elke Jezus-plek een forse vinger in de  pap hebben. Het is Driekoningen, zodat  er ook wat processies van zwaar bebaarde priesters gaande zijn. Voor de ingang die afdaalt naar de grot waar het dan allemaal gebeurd zou zijn, is het een drukte van belang. Groepen pelgrims dringen naar voren en krijgen voorrang. De ordebewaker kijkt verbaasd als ik uitroep dat we allemaal gelijk zijn en ik in m’n eentje  een groep vorm. Hij laat me er meteen door. Ik daal een trap af naar een kleine ruimte, waar op de grond onder een altaar een ronde schaal de plek siert. Ervoor staat een dikke zwartjurk die ieder maant snel te knielen en door te lopen. Pelgrims werpen zich in extase languit.

‘s Avonds is er een buffet  in de residentie van de Nederlandse vertegenwoordiger bij de Palestijnse Autoriteit, Frans Potuijt voor de Nederlandse kolonie. Een ommuurde villa in een buitenwijk van Oost-Jeruzalem. Waarnemers, diplomaten en journalisten, bij elkaar zo’n mens of twintig, maken het elkaar genoeglijk.

Vrijdag 7 januari 2005 

Vandaag begint het echte werk. Eerst een bijeenkomst met de collega-waarnemers van de Raad van Europa, waarin een aantal praktische zaken aan de orde komen waarvan de verdeling van de regio’s wel de belangrijkste is. Grofweg gezegd zijn dat de Gaza-strook, Oost-Jerusalem, en de Westbank. Ik wil wel naar de Gaza-strook of anders naar het noordelijke deel van de Westbank: Nablus en Jenin. Het wordt dit laatste. Collega Corien Jonker (Tweede Kamerlid van het CDA) gaat samen met de Brit Lord Russell naar de Gazastrook. Althans dat is de bedoeling, want wellicht zijn er veiligheidsrisico’s. (Zondag blijken ze dan ook niet naar Gaza te kunnen gaan, maar in de Westbank te blijven.) Verder worden we  door de vertegenwoordigers van enkele landen, waaronder Frans Potuijt van Nederland, geïnformeerd over de situatie in de Palestijnse gebieden. Daarna op naar Ramallah, de stad in de Westbank waar de Palestijnse Autoriteit zetelt. we ontmoeten drie mensen van de Central Electoral Commission, die verantwoordelijk is voor de verkiezingen. De voorzitter, Hana Nasser, is een innemende man. Hij benadrukt dat negen leden van deze Palestijnse kiesraad rechter, professor of advocaat en politiek ongebonden zijn. Daarna zijn er gesprekken met drie leden van de Palestinian Legislative Council, zeg maar de Eerste Kamer. Zij benadrukken de moeilijke situatie waaronder de Palestijns democratie moet functioneren: er is immers geen sprake van een soevereine staat maar door Israël illegaal bezet gebied. Leden uit de Gaza-strook zijn vaak niet in staat vergaderingen bij te wonen, zodat er ook per beeldtelefoon wordt vergaderd.

       

Checkpoint                                                                 Graf Arafat

Daarna is er een vrij verpletterende presentatie van een Amerikaans-Palestijnse advocaat -en lid van de Palestijnse onderhandelingsorganisatie. Hij toont in een helder betoog, dat veel weg heeft van een requisitoir, dat de Israëlische politiek van de nederzettingen in combinatie met het bouwen van hek dan wel muur alleen maar bedoeld is om zoveel mogelijk Palestijnen terug te dringen op een steeds kleiner wordend gebied. Nederzettingen worden gebouwd bij waterbronnen, op heuvels en in vruchtbare gebieden. Vervolgens wordt er een hek gebouwd zo dicht mogelijk tegen het naburige Palestijnse dorp aan, Israëlische militairen richten checkpoints in waardoor de Palestijnen iedere keer weer vernederd worden door in ‘eigen land’ zich te moeten legitimeren, gefouilleerd worden enz. en -hup- er is weer een stuk land geconfisqueerd. De Palestijnen kunnen hun land niet meer bewerken en raken werkloos. Vervolgens bouwen de Israëli’s op het gestolen land een of ander bedrijf, waar de Palestijnen tegen een schamele beloning kunnen werken. Trots vermelden de Israëlische media vervolgens dat Israël een bijdrage heeft geleverd aan de economische ontwikkeling van de Palestijnse gebieden.

In elk gesprek wordt duidelijk dat de Palestijnen trots zijn op het democratische proces waar ze midden in zitten, maar dat het tegelijkertijd plaatsvindt in door Israël gecontroleerd -en dus bezet- gebied.

In de late middag bezoeken we in het donker het graf van Yasser Arafat dat op het parkeerterrein van de deels door Israël kapot geschoten compound van de Palestijnse Autoriteit ligt. Zoals alles hier gaat het er weinig formeel aan toe.

Zaterdag 8 januari 2005 

Wederom naar Ramallah. Vandaag  gesprekken met de onderminister van Buitenlandse Zaken, de premier (Ahmad Qurei) en twee parlementsleden van de oppositie. De saaie onderminister heeft niet zo veel te vertellen. De premier daarentegen is beminnelijk, directer en openhartiger. Maar hij weigert -uiteraard- in ons gezelschap zijn kaarten op tafel te leggen. Vooral een Frans lid van onze delegatie heeft de neiging om de Palestijnen die we ontmoeten ongevraagd van advies te dienen. Ze vraagt aan de premier welke van de eisen die de Palestijnen voor de Israëli’s in petto hebben -zoals: weg met de joodse nederzettingen, weg met de muur, terugkeer vluchtelingen, vrij verkeer van Palestijnen en internationale oplossing voor Jeruzalem- hij bereid is in te leveren. De kleine, kale man lacht beminnelijk en zegt -terecht- daar niet op in te kunnen gaan. Wel benadrukt hij dat het geweld van Palestijnse radicale groepen tegen Israëlische burgers moet stoppen. Maar tegelijkertijd verwerpt hij, zoals alle andere Palestijnen die we ontmoeten, de term terroristen. De Palestijnen voeren een vrijheidsstrijd voor een doel dat door vele VN-resoluties is gedekt.

  De muur 

De beide oppositionele parlementsleden gaan uiteraard uitgebreid in op het conflict. Hun oppositie wordt niet zozeer gevoed door kritiek op de manier waarop de Palestijnse leiders met Israël om gaan, maar door de ‘binnenlandse’ politiek, zoals de grootschalige fraude binnen het fragiele Palestijnse overheidsapparaat. Eén van hen heeft zijn kritische opstelling gestraft gezien door allerlei intimidaties van Fatah-militanten, zoals gevangenneming en schoten op zijn huis.

Terug in Jeruzalem staat een toeristisch uitje op het programma: bezoek aan de Tempelberg en de moskee, onder begeleiding van een Palestijnse archeoloog. Ik ga mee, want deuren en poorten van de moskeeën die eerder deze week voor een ongelovige als ik gesloten bleven, zwaaien nu open. De Qubat al-Sakhra moskee is van binnen even indrukwekkend als van buiten. Een grote, maar toch intieme ruimte, waarin in bij pilaren, in nissen en onder ramen moslims bidden of de koran lezen. Kinderen huppelen heen en weer en ook enkele duiven vinden blijkbaar iets van hun gading. We dalen af naar de kelder waar de rots zichtbaar is waar joden, moslims en christenen ieder zo hun eigen verhaal bij hebben.

De lunch is om 4 uur. Uitgehongerd storten we ons op de vele schalen met uiteenlopende gerechten in een Grieks restaurant, vlak bij de kerk waar Jezus ligt begraven.

Zondag 9 januari 2005

Om deze dag is het allemaal te doen: de verkiezingen. Om kwart over vijf vertrekt ons team uit Oost-Jeruzalem op weg naar Nablus. Dat bestaat uit vijf mensen: twee parlementariërs die observeren (de Italiaanse Tana de Zulueta, lid van de senaat voor de Democratici di sinistra en ik) een medewerkster van het secretariaat van de Raad van Europa, een tolk en de chauffeur. We  zijn op tijd in Nablus na een rustige rit door een aanvankelijk donkere Westbank. Onze tolk blijkt ook reisgids te zijn die enthousiast vertelt over ieder dorp en berg die we passeren, daarbij puttend uit bijbel en koran. We passeren enkele checkpoints, zoals we er vandaag nog vele zullen passeren, bemenst door teenagersoldaten, die de opdracht hebben gekregen hun gebruikelijke arrogantie -in veel gevallen een camouflage van angst en grote onzekerheid- in te ruilen voor een vriendelijk niet-moeilijk-doen. Daarbij doet de roze VIP-kaart die elke waarnemer van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft ontvangen dienst als uitstekend glijmiddel.

Nablus is een forse universiteitsstad, waar vele radicale Palestijnse groepen huizen. En veel stembureaus. We pikken er een uit en maken de openingshandelingen mee. Het kiezersregister wordt klaargelegd, de stembiljetten en de inkt. Want iedere stemmer krijgt een likje inkt op de rechter duim om te voorkomen dat er twee keer wordt gestemd. Dat kan omdat er -zeer gecompliceerd- vlak voor de verkiezingen is besloten om in aparte stembureaus het mogelijk te maken dat mensen die zich niet als kiezer hebben laten registreren, toch te laten stemmen aan de hand van een -weliswaar acht jaar oud- bevolkingsregister. Dit was nodig omdat niet iedere Palestijn in staat was zich tijdig als kiezer te registreren door de grove inperking van hun bewegingsvrijheid die de Israëli’s zich menen te kunnen veroorloven.

De twee stembureaus die we in Nablus bezoeken hebben alles in orde. Het is vroeg. De kiezers druppelen binnen, veelal mannen op weg naar hun werk. Als we een bureau verlaten rijdt er net een propagandawagen van Abbas, de gedoodverfde winnaar, weg, gevolgd door cameramensen. Dat zullen we nog vaak tegenkomen: de richtlijn dat rond het stembureau geen verkiezingspropaganda mag worden gemaakt, blijkt een dode letter.

Stembureau

Van Nablus rijden we via dorpen als El Funduq en Kh Nabi Illyas naar Qalgilya, dat aan we grens met Israël ligt, hemelsbreed slechts 16 km van een onbereikbare Middellandse Zee verwijderd. In genoemde dorpen bezoeken we stembureaus, die zoals overal in basisscholen zijn gevestigd. In El Funduq, een dorp van een paar honderd inwoners, is het hoofd van de school een oude, erudiete man die uitstekend Frans en Engels spreekt. Of hij het 50 blz. tellende handboek heeft gelezen? Hij lacht, wijst naar zijn slapen en merkt op dat met logisch nadenken alles goed komt. Hij kent natuurlijk elke stemmer, die allen bij hem schrijven en rekenen hebben geleerd. In Kh Nabi Illyas is de school in een splinter nieuw gebouw gevestigd. Trots melden de stembureauleden, die meestal onderwijzer (M/V) zijn, dat de school geheel bekostigd is door een rijke Palestijn uit Saudi-Arabië, die het resultaat van zijn vrijgevigheid nog nooit heeft aanschouwd. Op het schoolplein hangen leuzen als Actions speak louder than words. Dat spreekt mij als Feyenoord-fan zeker aan, maar ik neem aan dat er iets anders mee wordt bedoeld, zeker als er vlak bij het beruchte, angstaanjagende  Hamas-affiche hangt waarop een met explosieven behangen zelfmoordenaar prijkt.

      

Nieuwe school in Kh Nabi Illyas                           Tülkarm

Van Qalgilya rijden we naar het noordelijker gelegen Tülkarm. Onderweg bezoeken we nog een stembureau in Kafr Jammal; het hele dorp loopt uit om deze ambassadeurs van de parlementaire democratie gade te slaan.  Het is inmiddels half twee. We zijn al 8 uur onderweg, maar hebben nauwelijks iets gegeten. Wel gedronken, want in elk bureau wordt ons koffie of thee aangeboden. Het is tijd voor een lunch in het drukke Tülkarm, waar de markt ongekend levendig is. We bezoeken hier behalve een gewoon stembureau, waar de kiezers kunnen stemmen die zich hebben laten registreren, ook de speciale bureaus met de bevolkingsregisters waar niet-geregisteerde kiezers terecht kunnen. Het is een chaos op het schoolplein, waar vele mensen samendrommen rond de tafeltjes, waar stembureauleden met het dikke register zitten. Hier blijkt ook het nut van de inkt die iedere stemmer in een gewoon stembureau op zijn of haar duim krijgt. Zo’n 50 mensen, zo deelt de voorzitter ons mee, hebben tevergeefs geprobeerd voor de tweede keer te stemmen. We gaan weer terug naar Nablus door een onveranderlijk stenig, heuvelig landschap dat vergeven is van de olijfbomen. Hier bezoeken we opnieuw zo’n speciaal stembureau op het universiteitsterrein. Hetzelfde beeld: veel drukte op het plein, maar in de stembureau’s is een lage opkomst. Dat geldt niet in het vluchtelingenkamp El Balata, waar de stembureaus, het is inmiddels zes uur, een hoge opkomst van maar liefst 90% tellen. Dat zegt iets over de motivatie van de Palestijnse vluchtelingen in dit kamp die in erbarmelijke omstandigheden hier wonen en verlangend uitzien naar een definitieve oplossing: een zelfstandige Palestijnse staat.

In het vluchtelingenkamp horen we ook dat de kiesraad besloten heeft de stembussen twee uur langer open te houden, om zo niet-geregisteerde kiezers toch in de gelegenheid te stellen hun stem uit te brengen. We besluiten het tellen der stemmen gade te slaan in Quaryut, een dorp 20 km ten zuiden van Nablus. Onze tolk geeft onmiddellijk het bijbels perspectief: Quaryut is de geboorteplaats van Judas (‘Iskarioth’), de apostel die met een kus voor dertig zilverlingen Jezus aan de Joodse Raad verraadde en daarna zelfmoord pleegde. We zijn benieuwd of  we in het dorp meer onregelmatigheden dan elders kunnen waarnemen… Maar alvorens we in Quaryut aankomen worden we in een klein dorp aangehouden door woedende Palestijnen. ’s Middags waren ze met 35 mensen in vijf auto’s naar het stembureau in een verder gelegen dorp gegaan. Maar onderweg werden ze aangehouden door joodse kolonisten die hen met het geweer in aanslag sommeerden om te keren. We beloven ze melding te maken van dit incident in ons rapport.

       

De stembus wordt geleegd                     De uitslag op het schooolbord

In Quaryut zijn de mensen van het stembureau bijzonder vereerd met ons bezoek. Om negen uur precies worden de stembussen gesloten en begint het tellen van de biljetten. Op het schoolbord worden per kandidaat de stemmen geturfd. Ondertussen worden pitabroodjes geserveerd. Bij één stembiljet ontstaat er een heftige discussie, die ruim 10 minuten duurt. Ze komen er niet uit en ten einde raad vragen ze mij om advies. Wat blijkt: het kruisje is keurig achter de naam van één der kandidaten gezet, maar de beïnkte duim heeft een vlek op het stembiljet achtergelaten. Ik zeg dat de stem geldig is. In dit soort gevallen moet immers naar de intentie van de stemmer worden gekeken en die is niet voor een andere uitleg vatbaar. Als het tellen erop zit wordt volgens de voorschriften de uitslag op de deur van het stembureau gespijkerd. De honderden mensen die op het plein op dit moment hebben gewacht beginnen luid te juichen. Ook hier haalt Abbas een ruime meerderheid. Dan klinken er schoten. Verschrikt kijken we op, maar het is uit vreugde dat er in de lucht wordt geschoten.

Maandag 10 januari 2005 

Onze delegatie komt bijeen om de persverklaring vast te stellen die om 10 uur op een persconferentie zal worden gepresenteerd. Er ontstaat heel wat discussie over de concept-tekst. Zo wordt er op mijn voorstel toegevoegd aan de passage dat de verkiezingen in het algemeen goed zijn verlopen, dat deze wel onder moeilijke omstandigheden plaatsvonden, gezien de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden.

’s Avonds ga ik met Corien Jonker in een gepantserde wagen van de Nederlandse vertegenwoordiging naar Ramallah, waar de overwinnaar Abbas een receptie geeft voor de internationale gemeenschap. Hij houdt een kort praatje, gaat gewillig met velen op de foto en als ik hem feliciteer met zijn overwinning lacht hij vermoeid. Er is nog een lange weg te gaan.

 

PACE satisfied with the election of the President of the Palestinian Authority

Jerusalem, 10.01.2005 – A delegation (1) of the Parliamentary Assembly of the Council of Europe (PACE), led by Lord Kilclooney, former Minister at Home Affairs in Northern Ireland, observed the 9 January election of the President of the Palestinian Authority.

Palestinians voted in three distinct areas: the West Bank, East Jerusalem and Gaza. The delegation was satisfied with the efficient organisation of this election and commends Palestinian electoral officials and international agencies concerned on the excellent job they have done in the run up to the vote, in difficult circumstances within an illegally occupied territory.

The overall high voter turnout clearly signals the belief of the Palestinian electorate in the democratic process. With the election of the new President, a new window of opportunity is opened for a renewed dialogue between Palestinians and Israelis. The momentum must not be lost and contacts should resume at the earliest to avoid deadlock and intensified violence. We expect all sides to show the political will to make headway towards a meaningful negociating process. The Palestinian people have expressed their hope. We believe that trust could be restored.

While satisfied with the way in general the election was conducted, the delegation deplores a number of serious matters such as:

-       impeded freedom of movement throughout the territories, including the movement of candidates, during the electoral campaign which may have had a negative impact on the voter turnout;

-       inadequate arrangements for voting in Jerusalem imposed by the Israeli authorities. In particular it is regrettable that out of 120 000 eligible voters resident in Jerusalem, only around 5 000 could vote in their city. Even those  5 000 had to cast their votes in post offices rather than in polling stations where neither the secrecy of the vote nor the security of transportation of ballots could be guaranteed;

-       reportedly, there was no clear separation between the campaign of the leading candidate and the resources of the Palestinian Authority. This may have created an uneven playing field between the candidates;

-       whilst there was equal opportunity for advertising, there were reports that some candidates have had little coverage in the press;

-       non-registered electors being allowed to vote and the extension of the polling period.

The Election Law No.15 of 1995, on the basis of which the present election was held, seems to be in conformity with general democratic standards and the Central Election Commission gave every indication that it intended to implement it to the letter, notwithstanding a very difficult political and security context.

The delegation will continue to welcome the presence of members of the Palestinian Legislative Council at the PACE plenary Sessions in Strasbourg and at all other meetings involving Israel and the Palestinian Authority. PACE is ready to give any assistance possible to the Palestinian authorities for the preparation of the parliamentary election in July 2005.

(1) Members of the delegation:

Socialist Group (SOC): Tom Cox (United Kingdom), Josette Durrieu (France), Andreas Gross (Switzerland), Tadeusz Iwinski (Poland), Ruth Gaby Vermot-Mangold (Switzerland), Tana de Zulueta (Italy).

Group of the European People’s Party (EPP/CD): Corien Jonker (Netherlands), Lord Kilclooney (United Kingdom).
Liberal, Democratic and Reformers’ Group (LDR): Daniel Goulet (France), Lord Russell-Johnston (United Kingdom).

European Democrat Group (EDG): André Kvakkestad (Norway), Mikhail Margelov (Russia).

Group of the Unified European Left (UEL): Leo Platvoet (Netherlands).