Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

De bedreigde Ebro Delta

In maart 2005 bezocht als rapporteur voor de Raad van Europa over bedreigde rivierdelta's in Europa de Ebro Delta in Spanje. Hieronder de aantekeningen uit mijn digitale dagboek

Woensdag 2 maart 2005

Het sneeuwt! Naar later zal blijken wordt het de zwaarste sneeuwval in Nederland sinds 20 jaar. Het voorspel dient zich op Amsterdam CS al aan. Treinen vallen uit, forse vertragingen. Ik moet ruim een half uur wachten voor de eerste trein naar Schiphol gaat. Daar aangekomen blijkt mijn vliegtuig, als een van de weinigen, zonder vertragingen te vertrekken. Ik heb nog 20 minuten voor alle formaliteiten, maar dat is genoeg. Eenmaal in het vliegtuig duurt het toch wat langer want eerst moet het toestel met een chemisch heetwaterkanon ijsvrij worden gemaakt. Spectaculair. In Barcelona schijnt het zonnetje. Ook hier was het twee dagen geleden een witte wereld, maar daar valt nu niets meer van te merken. Het is het weerzien met een oude bekende, want in de Odysseereisgids Catalonië heb ik het deel over Barcelona voor mijn rekening genomen. Ik heb toen de hele stad uitgekamd en elke bezienswaardigheid beschreven, zodat ik me nu vrij voel de middag zonder plan of bedoeling door het centrum te struinen. Om half zes ontmoet ik Alfred, de Spaanse secretaris van de milieucommissie van de Raad van Europa op station Sants en samen gaan we richting Ebro Delta, zo'n 170 km ten zuiden van Barcelona. De spoorlijn scheert langs de verlaten stranden en uitgestorven badplaatsen. Toen de spoorbaan zo'n honderd jaar geleden werd aangelegd was er nog geen toerisme. Nu splijt het tracé het strand en de badplaatsen. In l’Aldea worden we opgewacht door Jordi Roig, directeur van Natuurpark Ebro Delta. Hij brengt ons naar het Deltahotel in Deltebre, het grootste dorp in de Delta. Het is een fraai verbouwde konijnenfokkerij, waar het een drukte van belang is. De federatie van rijstboeren houdt in Deltebre een congres, een logische plek, want de delta bestaat voor het grootste deel uit rijstvelden.

  Zonsondergang in de Ebro Delta

Donderdag 3 maart 2005

We worden opgehaald door de directeur van het park en rijden naar het kantoor in Deltebre. Daar hebben we eerst een gesprek met vertegenwoordigers van de autonome regio (Generalitat) Catalonië en het Natuur Park. We krijgen de problemen voorgeschoteld waar de delta mee kampt. Het grootste probleem -en alle mensen die we de komende dagen zullen spreken onderstrepen dat – is dat er een eind gekomen is aan het verzandingsproces dat de Ebro in de delta eeuwenlang heeft verzorgd waardoor de delta is gegroeid. In de loop der jaren zijn er meer dan 200 dammen gebouwd in de 850 km lange Ebro voor zowel irrigatie als de winning van electriciteit. Die dammen houden het zand tegen dat de rivier gewoonlijk met zich mee sleurt. Daardoor is de groei van de delta gestopt. De delta ligt voor het overgrote deel maar enkele decimeters boven de zeespiegel en wordt door de langzaam stijgende zee bedreigd, temeer daar er behoudens op een enkele plek geen natuurlijke zeewering in de vorm van duinen is. Andere bedreigingen van de ecologische kwaliteiten zijn de bouw van toeristische voorzieningen, het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de rijstbouw, illegale jacht e.d. Maar aan al dit soort activiteiten is langzaam maar zeker een eind gekomen, omdat de deltabewoners donders goed zijn gaan begrijpen dat zij in een kwetsbaar gebied wonen dat alleen door duurzaam te handelen kan overleven. De rijstbouw wordt alom beschouwd als een economische activiteit die enorm bijdraagt aan een duurzame ontwikkeling. Rijst wordt immers verbouwd in een -weliswaar geïrrigeerd- wetland, wat toch de natuurlijke habitat van de delta is. Allerlei soorten vogels kunnen ongestoord broeden in de velden en voedsel vinden. Het irrigatiewater voedt lagunes en baaien, wat goed is voornemen de mosselteelt. De rijstboeren worden door de EU gesubsidieerd, anders kunnen ze het hoofd niet boven water houden. De voorgenomen bouw van een windmolenpark pal voor de kust wordt door alle gesprekpartners met afgrijzen gememoreerd. Niet alleen vanwege de visuele aspecten, maar de vogels zouden ook hier zo stom zijn om in de molenwieken te vliegen en de bodem zou door het gewicht van de 100 molens kunnen verzakken. Daarna hebben we  een gesprek met de staf van het natuurpark, die enthousiast vertelt over de vele activiteiten die worden ontplooid. Er is een fraai bezoekerscentrum, er worden observatieposten, voet- en fietspaden onderhouden, maatregelen genomen om de erosie van de kust en de rivierwal tegen te gaan, een dierencentrum, parkwachten enz.

  

Erosie en vervuiling in de Ebro

Na een uitgebreide lunch in een uitstekend visrestaurant gaan we het zuidelijke deel van de delta in. Een spectaculaire rit met over een ruig  zandstrand naar een zandplaat  (la Banya) die aan de delta met een strip zand van zo'n zes kilometer vastzit. Daar staat een zeezoutfabriek, die het park weg wil hebben. Vrachtauto's veroorzaken veel schade aan het strand, verharding is uiteraard geen optie en ook de elektriciteitsdraden verpesten het landschap. Rondom de verlaten fabriek, de 12 werknemers zijn blijkbaar al naar huis, liggen witte bergen zeezout. Daarna zoeken we de monding van de Ebro op. Door een verlaten vlakte van zwarte aarde, de zaaitijd van de rijst moet nog komen. Af en toe stoppen om naar de oever van de Ebro te lopen voor het aanschouwen van een geërodeerd stuk van de oever. We passeren een eenzaam liggend vissershuisje, dat aan een kanaaltje ligt tussen Ebro en een lagune. Een fuik verzekert de visser van een goede vangst, want er is altijd trek tussen lagune en rivier. Even verder mondt de Ebro, ver weg van menselijke activiteiten, rustig uit in de Middellandse Zee.

  Zoutberg (links)

Vrijdag 4 maart 2005

Een soortgelijk programma als gisteren. Eerst zijn er gesprekken met vijf burgemeesters van de gemeenten in de delta. Twee vrouwen en drie mannen. Een vrouw, de burgemeester van de grootst plaats, Deltebre, voert het meest het woord. Haar eerste mededeling is dat alle burgemeesters er hetzelfde over denken, wat bij mij meteen de vraag ontlokt of ze allemaal van dezelfde politieke partij zijn. Alom gelach, nee dat is niet het geval. In de loop van het gesprek blijken er toch wel wat verschillen te zijn, maar op de hoofdpunten zijn ze het wel eens. En dat is vooral: werk voor hun bevolking. Dus handhaving van de bestaande werkgelegenheid en het creëren van nieuwe waarbij vooral aan het ecotoerisme wordt gedacht. De delta moet natuurlijk tegen de oprukkende zee worden beschermd en dat kan het beste gebeuren door de aanleg van een dijk rondom de delta. Dat kost natuurlijk handen vol geld, maar daar moeten ze dan maar Madrid en/of Brussel voor opdraaien, zo redeneren de door hun gemeenteraad gekozen burgemeesters. De burgemeesters blijken wel wat te zien in een aparte autoriteit waarin alle overheden die met de Ebro te maken hebben zijn vertegenwoordigd en dat bevoegd is om daadwerkelijk beleid te voeren. Aan de andere kant, zo verzuchten sommige oudgedienden, wordt er al zo lang gepraat en weinig gedaan dat er wel enig scepsis is over een nieuw praatcollege, zij het, zo stel ik blijmoedig vast, dat deze keer er ook gehandeld kan worden.

Na de burgemeesters spreken we met de vertegenwoordigers van allerlei belangengroepen: rijstboeren, vissers, jagers, watermanagers en milieuactivisten. Ook hier was de eensgezindheid tamelijk groot, al viel de milieuman van Birdlife enigszins uit de toon. Niet alleen was hij erg lang van stof, hij had ook de meeste kennis van de bedreigingen die de delta tarten. Maar veel nieuws hoorden we niet. Al was het wel opvallend dat de vissers erg tevreden waren. Sinds de delta ecologisch werd beheerd door het natuurpark -en dat is sinds 1983- is de visvangst er steeds goed geweest. De verscheidenheid aan vis is groot in de lagunes, de rivier en de zeebaaien.

Alleen de jager voelt zich wat in het verdomhoekje zitten. Ook in Spanje krijgen de plezierjagers het steeds moeilijker. Hij vermoedt dat ecotoerisme, duurzaamheid en respect voor de natuur moeilijk zijn te rijmen met het uit plezier doden van dieren. Daar komt nog bij dat vissers en jagers elkaar behoorlijk in de weg zitten. Als de jagers het hele weekend op de eenden -hun lievelingsdier- hebben geknald, zijn de zoetwatervissen de dagen daarna onvindbaar. Het watermanagement voelt zich in de delta prinsheerlijk. Ze zorgen dat de rijstvelden in de lente en de zomer lekker nat zijn, zodat de velden krakend groen en een lust voor het oog zijn. Dat de aarden wallen van de irrigatiekanalen vervangen worden door betonnen zien ze als een vooruitgang, omdat het water er schoner doorheen spoelt. Maar voor het landschap en de biodiversiteit is het een ramp. De betonnen strepen ontsieren het landschap, goed zichtbaar als ze zijn, omdat op beton niet de talrijke struiken, bomen en plantjes groeien, waartussen kikkers, slangen en insecten krioelden. 

  Betonnen oevers

De mannen van het Ebro Natuur Park vinden het dan ook helemaal niente, maar ze kunnen er weinig tegen doen. Ze hebben slechts de kuststrook in beheer, niet de uitgestrekte rijstvelden. Bovendien is alles wat met waterbeheer heeft te maken in handen van private partijen, die opereren op basis van langdurige concessies. De milieuman bekritiseert dan ook terecht deze ondemocratische toestanden. De rijstboeren zitten daar minder mee. Zij beschouwen zich -niet geheel ten onrechte- als de hoeders van dit wetland dat dus volgens hen ook verzekerd moeten blijven van de Europese subsidies. Nou ga ik daar niet over, maar ik druk ze wel op het hart om in de delta goed met alle partijen samen te werken en serieus de ecologische kaart te spelen. De EU-subsidies voor landbouw hebben niet het eeuwige leven. Maar boeren die ecologisch verantwoord als landschapbeheerders hun werk doen maken meer kans op een positieve bejegening uit Brussel.

  Punta del Fangar

Na een visrijke lunch in een van buiten onooglijk restaurant, waar de kok -volgens onze gastheren een culinair genie - menukaartloos kookt, maken we een tocht door het noordelijke deel van de delta. We gaan eerst naar een complex van het natuurpark, in the middle of nowhere, waar gewonde dieren worden verzorgd, dode worden ingevroren voor nader onderzoek, gipsen lokeenden in tientallen worden aangemaakt, zeldzame diersoorten worden gepaard enz. Het is een zorgzame omgeving. Daarna rijden we naar het deel van de noordkust van de delta, waar de golfslag van de Middellandse Zee het krachtigst is en dus de erosie het sterkst en het verlies aan land het grootst. Om te redden wat er te redden valt zijn over een lengte van enkele honderden meters grote rotsblokken als zeewering neergegooid. Vanaf hier leidt een zandweg door grillige, veranderlijke duinen naar Punta del Fangar, een schiereiland dat louter uit goud zandstrand bestaat. Het is zomers de ideale plek voor strandgasten die niet zij aan zij willen liggen. Het inspireerde ook U2, die hier in de zomer van 2004 de clip voor het nummer Vertigo in twee dagen kwamen opnemen. Tenslotte gaan we op de noordelijke oever de monding van de Ebro bekijken. Een van de weinige plekken in de delta waar het toerisme enigszins is ontwikkeld met een camping, wat appartementgebouwen en hotels en een kleine haven met enkele rondvaartboten en een vissershaven.  We sluiten de Ebro-excursie af met een bezoek aan een observatiehut. Een houten boardwalk maakt de hut ook voor rolstoelers bereikbaar. 

Observatiehut

 

Zie verder mijn rapport 'Protection of European Deltas' dat in juni 2005 is aangenomen.