Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

PvdA, SP en GroenLinks kunnen samen het verschil maken!

(onderstaand artikel verscheen begin november 2006 –enigszins ingekort- in een aantal regionale dagbladen)

 

In het Nederlandse parlementaire bestel is een coalitie pas mogelijk als aan drie randvoorwaarden is voldaan: onderling vertrouwen, programmatische overeenstemming en – doorslaggevend - voldoende steun van de kiezers. Op dit moment is over het laatste nog niets te zeggen, behalve dat het ongemeen spannend gaat worden. De regeringscoalitie en de linkse oppositie liggen al weken lang ongeveer op gelijke hoogte. Maar op basis van het onderling vertrouwen en een analyse van de programmatische overeenstemmingen ontstaat alvast een eerste beeld van welke coalitiemogelijkheden meer voor de hand liggen dan andere.

Vertrouwen

Hoe staat het met het onderling vertrouwen tussen de belangrijke politieke partijen? Voor rechts is dat duidelijk: CDA en VVD hebben elkaar gevonden. Als het maar enigszins kan, gaat Balkenende-4 het karwei van de drie voorgangers voortzetten, liefst zónder een derde partij. Met de PvdA zal slechts in uiterste noodzaak worden samengewerkt. En op links spreken SP en GroenLinks hun voorkeur uit voor een coalitie met de PvdA. Die partij houdt zelf liever alle opties open, maar beschouwt een linkse samenwerking inmiddels als een volstrekt normale mogelijkheid. Dat is wel eens anders geweest. De ijzige verhoudingen tussen PvdA en SP onder Paars zijn in de afgelopen vier jaren volledig ontdooid, zoals Marijnisen en Bos keer op keer bevestigen. Wat voor CDA en VVD de gewoonste zaak van de wereld is, samen een regering vormen als zij een meerderheid hebben, moet dat ook voor de linkse partijen zijn.

Stemgedrag

Nog belangrijker is de inhoudelijke overeenstemming over de politieke kwesties. Die heeft zich de afgelopen jaren allereerst gemanifesteerd in de opstelling van de partijen in het parlement. Wanneer de  afstand tussen partijen wordt uitgedrukt in het aantal malen dat zij in de Kamer verschillende stemden over moties en amendementen, wordt een aantal belangrijke verschuivingen zichtbaar. De afstand tussen CDA en PvdA onder de kabinetten Balkenende is met 50% toegenomen ten opzichte van Paars, toen beide partijen ook als coalitie- en oppositiepartij tegenover elkaar stonden. De afstand tussen PvdA en CDA is nu even groot als die tussen VVD en SP onder Paars. Grote onderlinge afstanden maken coalities niet persé onmogelijk, maar voor sommige zouden partijen een wel erg grote onderlinge verschillen moeten overbruggen. Daartegenover staat dat CDA en VVD nog nooit zo dicht bij elkaar stonden. Hetzelfde geldt voor PvdA, SP en GroenLinks. Die staan nu dichter bij elkaar staan dan PvdA en de voorlopers van GroenLinks in de periode 1986-1989, toen ze ook gezamenlijk in de oppositie zaten. Onderlinge afstanden verschillen natuurlijk per onderwerp, maar op de belangrijkste politieke onderwerpen: zorg, inkomen en onderwijs is het beeld hetzelfde: een hecht oppositieblok op grote afstand van de VVD/CDA- constellatie. Er is voor het eerst in decennia weer sprake van een echt links en een rechts blok, met alleen de ChristenUnie precies in het midden.

Verkiezingsprogramma's

Men kan nog betogen dat stemgedrag niet alleen inhoudelijk, maar ook strategisch gedreven is en daardoor automatisch coalitie en oppositie uit elkaar speelt. Afgezien van het feit dat hiervoor eenvoudig gecorrigeerd kan worden door diverse periodes met elkaar te vergelijken, blijkt de inhoudelijke overeenstemming tussen PvdA, SP en GroenLinks uit meer dan alleen het stemgedrag. Ook de keuzes die de partijen maken in hun verkiezingsprogramma’s laten zien dat de afstand tussen de linkse partijen kleiner is geworden in de afgelopen tijd. Waar de SP de aanpak van hoge inkomens en het in staatshanden houden van voorzieningen in het verleden verabsoluteerde en de PvdA onder Paars wel erg vergaande voorstellen voor privatisering van publieksvoorzieningen steunde, zie je nu dat beide partijen naar elkaar toe bewegen.

Was het asiel- en immigratiebeleid onder Paars nog een splijtzwam tussen met name PvdA en GroenLinks, nu willen alle drie de partijen eensgezind een einde maken aan de beschamende politiek ten aanzien van asielzoekers. Er komt een generaal pardon voor hen die onder de oude Vreemdelingenwet al een procedure aanhangig hadden gemaakt en de opvang wordt veel humaner. De linkse partijen zullen geen kinderen opsluiten, omdat dat in strijd is met het Verdrag inzake de rechten van het kind.

Terwijl de NAVO tot voor kort nog heftige debatten tussen linkse partijen onderling opleverden, is ook daar de aansluiting gevonden. Wij dienen een kritisch partner in de NAVO te zijn; zeer kritisch vooral richting de dominante partij in het bondgenootschap: de Verenigde Staten.

Ook op onderwijs zijn de overeenkomsten veel groter dan de verschillen. Een linkse regering zal  beter dan zijn rechtse voorgangers begrijpen dat het VMBO in veel opzichten de toekomst van de samenleving vormt. Stageplekken voor leerlingen en banen voor scholieren die hun diploma halen zullen onder een linkse regering voorrang krijgen.

Op milieu en mobiliteit is de al langer bestaande overeenstemming nog verder aangetrokken. Investeren in het openbaar vervoer en kilometerbeprijzing van het autoverkeer is nu voor alle drie de partijen het belangrijkste antwoord op de groeiende files. Vormen van gratis openbaar vervoer zullen onder een linkse coalitie daadwerkelijk van start kunnen gaan. Duurzame energie krijgt de noodzakelijke impuls om onze energievoorziening schoner en minder afhankelijk van het buitenland te maken.

En – wat 10 jaar geleden volstrekt ondenkbaar leek - inmiddels ligt ook het financiële beleid van PvdA, Groenlinks en SP op één lijn. De overheidsfinanciën zijn nu bij links in betere handen dan bij rechts, getuige de doorrekening van de laatste tegenbegrotingen. Links voert dan ook – in tegenstelling tot rechts – een degelijker beleid: investeren als de economie minder draait en besparen als de bomen weer eens tot in de hemel groeien.

Linkse kiezers hebben iets te kiezen

Natuurlijk liggen er ook veel – en soms aanzienlijke – verschillen tussen de linkse partijen. De toekomst van de Europese Unie, de militaire aanwezigheid in Afghanistan, de mate waarin regelingen inkomensafhankelijk gemaakt moeten worden, de wijze waarop mensen het best en het snelst aan werk geholpen kunnen worden en de mate waarin de overheid baas dient te blijven over het huidige publieke bezit. Linkse kiezers hebben dus nog steeds echt iets te kiezen en onderhandeling over een eventuele linkse coalitie zullen niet van een leien dakje gaan. Maar de onderlinge verschillen zijn veel kleiner dan hetgeen links van rechts scheidt. In praktisch alle West-Europese landen gaan de verkiezingen tussen de twee hoofdstromingen: progressief en conservatief. In Nederland kan dat nu ook gebeuren. CDA en VVD hebben voor elkaar gekozen. Duidelijk is dat PvdA, GroenLinks en SP in een progressieve coalitie een veel hechter, socialer en groener beleid kunnen voeren, dan wanneer de 'oversteek' naar CDA of VVD gemaakt moet worden. Voor wat betreft het onderling vertrouwen en de programmatische overeenstemming zit het wel goed dus. Nu de verkiezingsuitslag nog.

Diederik Samsom (Tweede Kamerlid voor de PvdA), Leo Platvoet (Eerste Kamerlid voor GroenLinks) en Tiny Kox (Eerste Kamerlid voor de SP) zijn initiatiefnemers van Een Ander Nederland, dat ijvert voor linkse samenwerking in de politiek.