Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

OZB ter discussie

 (Column, gepubliceerd in het blad van GroenLinks Oost/Watergraafsmeer MeerMetOost van januari 2001)

Op 1 januari 2001 is een wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen (OZB) van kracht geworden die de gemeenten in staat stelt in te spelen op de waardeveranderingen (stijgingen) van onroerend goed; de waarde vormt immers de grondslag voor de lokale OZB-heffing. De waarde wordt periodiek op basis van de Wet WOZ vastgesteld. Door de forse waardestijgingen van met name woningen zou er een te forse verschuiving in belastingdruk tussen bedrijfsgebouwen en woningen plaatsvinden. Deze wet beoogt die verschuivingen te matigen. De wet is met algemene stemmen in de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Bij de schriftelijke voorbereiding zijn er door de Eerste Kamerfractie principiële kanttekeningen geplaatst bij de OZB.

De Onroerend Zaak Belasting is een belangrijke lokale belasting. De opbrengst was in 1999 –landelijk bezien- ruim 5 miljard gulden wat 50% is van totale gemeentelijke inkomsten aan belastingen en retributies, en een kleine 7% van de totale gemeentelijke inkomsten. De OZB brengt regelmatig de politieke gemoederen in beweging. Dat is mooi. Sommigen vinden dat de gemeentepolitiek steeds minder ergens over gaat en dat daarom de kiezers met hun voeten stemmen. Maar bij de OZB gaat het nog ergens over. Meer belastingdruk om het voorzieningenniveau op peil te houden? Eigenaren zwaarder belasten dan huurders? Bedrijven een beduidend hoger tarief laten betalen dan woningen? Het zijn discussies die, binnen de margens van de landelijke wetgeving, links en rechts in de gordijnen doen jagen. Die marges (zoals: het tarief tussen woningen en bedrijven mag maximaal 20% verschillen) zijn onlangs wat flexibeler geforumleerd door Tweede en Eerste Kamer. Hierbij lagen voorstellen van verschillende gemeenten op tafel. Zo hebben de vier grote steden gepleit voor een marge van 200% tussen woningen en bedrijven. Vanuit de gemeente Apeldoorn is het initiatief gelanceerd, en binnen de gemeente is daar met modelmatige doorrekeningen ook mee geëxperimenteerd, om een belastingvrije voet te introduceren, waardoor de lastenverzwaring die nu optreedt door de waardevermeerdering van woningen voor goedkopere woningcategoriën, beduidend minder is.

Er zijn echter redenen om de discussie over de OZB naar een principiëler niveau te tillen.

Zoals: waarom legt de wetgever eigenlijk beperkingen op aan gemeenten m.b.t. de tarieven? Ligt het niet meer in de lijn van echte gemeentelijke autonomie om gemeenten zelf te laten bepalen welke tarieven zij wensen te heffen voor woningen en bedrijven en dus elke bandbreedte te laten vervallen? Een vrijere belastingpolitiek zou juist een van de middelen kunnen zijn om de gemeentepolitiek te revitaliseren, meer begrotingsbeleid in eigen hand van de gemeenteraad te brengen en een mooi item toevoegen aan verkiezingscampagnes.

Een ander punt is het zogenaamde gebruikerstarief: de OZB die huurders betalen. Een tegenwerping tegen verhoging van dit tarief is dat via het afwentelingsmechanisme eigenaren deze toch in de huur doorberekenen, zodat huurders dubbel betalen. Er is derhalve veel voor te zeggen om het gebruikerstarief af te schaffen en de OZB alleen aan de eigenaar van het onroerend goed op te leggen. Via de huursubsidie worden mensen met een laag inkomen ontzien voor te hoge woonlasten. Het huidige kwijtscheldingsbeleid m.b.t. het gebruikersdeel van de OZB is daarmee ook verleden tijd.

De reactie van de regering op dit soort voorstellen is vooralsnog nogal angstig. Zij is bang dat het draagvlak voor de OZB verdwijnt als de gemeenten de vrijheid krijgen zelf de tarieven vast te stellen. Een redenering waaruit weinig vertrouwen blijkt in de lokale democratie. Gemeenten moeten hun eigen keuzen kunnen maken tussen lastendruk, de verdeling van die lastendruk en het voorzieningenniveau. Verkiezingen zijn er onder andere voor om draagvlak te creëren voor deze of gene oplossing. Een decentralisatie van bevoegdheden die werkelijk ter zake doen zal de levendigheid van de gemeentepolitiek – en de opkomst bij de verkiezingen – doen toenemen.

Wel is er thans een onderzoek gaande naar de gemeentelijke belastingen in de 21ste eeuw. Dit wordt verricht door het Erasmus Studiecentrum Belastingen Lokale Overheden. In het voorjaar 2001 zullen VNG en kabinet reageren. En daarbij zullen, zo zegde de regering toe, de hierboven genoemde kritiekpunten aan de orde komen. De discussie over de OZB kan dus nog een boeiend vervolg krijgen.