Dinsdagboek / Leo Platvoet

[ Start ] [ Contact ] [ Sitemap ] [Zoeken]

 

Odyssee Reisgidsen

Monarchie & Republiek 

Herman Gorter

GroenLinks

Een Ander Nederland

Gepubliceerde artikelen

Dualisme

Zuidelijke Kaukasus

Dinsdagboek

Eerste Kamer

Raad van Europa

Emancipatiemachine

Stappen door de Nieuwe Stad

PSP

Reisverslagen

BMC

 

 

Dinsdagboek: juni en juli 2006

Dinsdag 4 juli 2006

Het is vandaag de laatste vergaderdag van de Eerste Kamer voor het zomerreces. Geen gewone vergaderdag, want het kabinet is vorige week gevallen. Hekken voor de ingang verraden dat er een kabinetsformatie aan de gang is, deze keer onder leiding van good old  Lubbers, die in verstilde triomf even terug is op het Binnenhof. 

De senaat handelt een reeks van kleinere wetsvoorstellen af vandaag, zonder echte uitschieters. Ik heb een paar weinig schokkende commissievergaderingen, werk een berg post door en pleeg ander achterstallig onderhoud. Om 5 uur komen enkele leden van de Nationale Conventie op bezoek, het troetelkindje van ex-minister Pechtold. Deze conventie, een verzameling burgers bijgestaan door deskundigen, mogen voorstellen doen aan de regering over bestuurlijke vernieuwing. Een van de deelonderwerpen is Europa. De Europa-commissie praat met hen vooral over hoe het parlement meer greep kan krijgen op de Europese politiek die de regering voert. Interessant, en ook nodig, maar nou niet bepaald iets waar je op verjaardagsfeestjes verhitte discussies over krijg.

Daarna het gebruikelijke gezamenlijke diner ter afsluiting van dit parlementaire jaar, al wordt er daarna nog doorvergaderd. De Kamervoorzitter memoreert enkele behartenswaardige feiten -zo heeft de senaat dit jaar maar liefst twee wetsvoorstellen weggestemd, waarvan één trouwens een initiatiefwet was. Kortom, de CDA/VVD-meerderheid was weer hondstrouw.

 

Weblog 25 juni - 29 juni 2006: 

Parlementaire Assemblee Raad van Europa, Straatsburg

Zondag 25 juni 2006

‘s Avonds met de trein naar Straatsburg voor de plenaire vergadering van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. Daardoor moet ik helaas de WK-wedstrijd tussen Nederland en Portugal missen. Via SMS’jes word ik op de hoogte gehouden van het score- en rode kaartenverloop van deze dramatische wedstrijd. Als Feyenoord-fan vind ik het jammer dat Kuyt niet het verschil kan maken. Maar ieder nadeel heeft zo zijn voordeel. Wellicht dat door zijn matig optreden de kans groter is dat hij in Rotterdam blijft…

Maandag 26 juni 2006

De vergaderweek begint zoals gebruikelijk met de vergadering van de politieke groep waar ik in zit: Verenigd Europees Links. Sinds kort beschikt deze ook over een heuse website. We verdelen de woordvoerderschappen, kiezen vanwege mutaties twee vice-voorzitters (waaronder college Tiny Kox van de SP) en bespreken nog wat  klein spul. Het onderwerp wat de meeste aandacht zal trekken is ongetwijfeld het rapport van Dick Marty over de geheime CIA-vluchten en detentiekampen. Onze Deense college Rune Lund, die in zijn eigen land hier veel werk van heeft gemaakt, zal namens onze groep het woord voeren. We dienen ook enkele amendementen om de besluiten aan te scherpen, en de nationale parlementen op te roepen door te gaan met onderzoek tot de onderste steen boven is.

Zelf voer ik ’s middags het woord over de kwestie Azerbeidzjan. De verkiezingen in november 2005 waren zo ondemocratisch verlopen dat de aanwezigheid van de Azeri-delegatie in de Assemblee in januari ter discussie werd gesteld. Dat was toen een heftige debat. Ze mochten blijven, maar er werden voorwaarden gesteld voor snelle en diepgaande veranderingen in het verkiezingsproces. En aan het verloop van nieuwe verkiezingen in slechts 10 kiesdistricten die op 13 mei jl. plaatsvonden. Daarbij was ik opnieuw als leider van de delegatie verkiezingswaarnemers nauw bij betrokken. Nu stond de zaak opnieuw op de agenda, met een –terecht- kritisch rapport waarin de Azeri’s worden aangespoord hun woorden om te zetten in daden.

Verder vandaag nog allerlei afspraken en commissievergaderingen. O.a. met de Albanese delegatie, want ik ben met de Engelse conservatieve parlementariër David Wiltshire rapporteur voor dit land. Albanië zit nog steeds in een monitoringprocedure, omdat het  (nog) niet voldoet aan alle voorwaarden die de Raad van Europa stelt aan lidstaten met betrekking tot democratie, mensenrechten en rechtstaat. We hebben een concept-rapport gereed over de stand van zaken en daar kunnen ze binnen drie maanden op reageren. Het liefst voor half augustus –en dat zijn dus slechts 2 maanden-, maar dat gaat moeilijk. Vakantie, zomerwarmte en politieke overwegingen staan dat in de weg. De Albanese politiek kent een  scherpe polarisatie tussen rechts en links en nu sinds kort rechts aan de macht is, na 8 jaar links, wil het linkse deel van de delegatie er goed de tijd voor nemen om op het rapport te reageren. Aan het eind van de middag slaag ik er nog net in de 2de helft van Australië tegen Italië in een Iers café te zien. Wat een schande dat de Aussies in de 94ste minuut door een onterechte penalty van die Italiaanse killers verliezen. Australië speelt dit WK het soort voetbal waar Nederland in de ogen van velen het patent op heeft.

Dinsdag 27 juni 2006

Zoals altijd is het weer een heerlijke chaos vandaag. Overleg met Azerbeidzjaanse, Armeense en Georgische collega’s (ieder apart uiteraard) over het rapport dat ik aan het schrijven ben over vermiste personen in deze landen (zie hieronder 3-9 juni 2006). Totnutoe zit ik op één lijn met hen en dat moet ik zo zien te houden, anders zullen mijn voorstellen geen effect sorteren.

In de vergadering van de commissie Migratie vertel ik over mijn bezoek van enkele weken geleden aan de drie landen en de belangrijkste zaken die in het rapport aan de orde zullen komen. Ik krijg toestemming om in september opnieuw af te reizen naar de regio, nu om de conflictgebieden te bezoeken, waar de meeste mensen verdwenen zijn: Abkhazië en Nagorno Karabakh.

’s Morgens is het CIA-rapport. Rune houdt een uitstekend verhaal en onze amendementen worden zowaar aangenomen. ’s Middags staat een rapport van collega Ed van Thijn op de agenda over illegale migranten. Een delicaat onderwerp, want alle landen steken hun kop in het zand voor de moeilijke situatie waarin de naar schatting 3 tot 5 miljoen illegalen zich bevinden. Van Thijn stelt in zijn rapport voor om hen in ieder geval een aantal sociale basisrechten te geven en zo hun recht op een menswaardig verblijf te garanderen. Ik steun hem volledig in mijn bijdrage en kan niet nalaten het te betreuren dat zo weinig collega’s het debat bijwonen, terwijl het vanmorgen het behoorlijk vol zat, en er –overigens terecht- grote zorg werd uitgesproken over de behandeling van –eveneens illegale- gevangene in CIA-kampen.

’s Avonds ga ik uit eten Kox, Van Thijn, Lund, onze Noorse collega Bjorn Jakobsen en een Rus, die actief is in een NGO en heel Europa doortrekt om hun zaak te bepleiten. Het is een genoeglijk samenzijn op het terras van een Italiaans restaurant waar aan en om de tafel half Europa voorbij trekt. Het eten is de aanloop naar de wedstrijd Frankrijk-Spanje die we in een café proberen te volgen. Dat valt niet mee: de café’s die een TV hebben puilen uit, maar uiteindelijk slagen we er in om een restaurant te vinden met een groot scherm. Temidden van enthousiaste Fransen zien we dat de oude mannen van ‘Les Bleus’ steeds beter gaan voetballen en uiteindelijk winnen. Die nacht is het nog lang onrustig in het centrum van de Straatsburg, want duizenden overenthousiaste jonge Fransen vieren feest alsof de finale al gewonnen is.

Woensdag 28 juni 2006

’s Morgens opnieuw eerst een vergadering van onze groep. We bespreken het zeer vervelende voorval dat onze Griekse collega is overkomen, die zondag op het Parijse vliegveld werd gearresteerd, in de boeien geslagen en afgevoerd. Op zijn boardingkaart stond een Japanse naam, foutje van de baliemedewerker, die uiteraard niet overeenkwam met zijn Griekse naam in zijn diplomatieke paspoort. Reden voor de Franse politiemensen, waar de terroristenangst blijkbaar ongeremd door de kelen giert, onze collega onbeschoft te behandelen. In de Griekse media is dit incident ‘breaking news’.  De Franse ambassadeur heeft inmiddels zijn excuses aangeboden –wat voor Fransen al een zeldzame nederigheid is- maar terecht is de kous hier niet mee af. Het is de overspannen gekte die aan de kaak moet worden gesteld, waar ongetwijfeld veel mensen het slachtoffer van zijn die niet toevallig parlementariër zijn.

Vandaag laat onze Nederlandse delegatie een opmerkelijk initiatief de deur uit gaan: een motie om haast te maken met het al geruime tijd bestaande voornemen van de Europese Unie om het Mensenrechtenverdrag van de Raad van Europa te ondertekenen. Daarmee wordt de regelgeving vanuit Brussel toetsbaar aan dit verdrag en kunnen burgers en organisaties die menen dat Brusselse regelgeving in strijd is met dit Verdrag dit aanhangig maken bij het Europese Hof in Straatsburg. Het initiatief is genomen door Van Thijn, die ook de SP’er Kox heeft kunnen overtuigen mee te ondertekenen, waardoor alle partijen present zijn  onder de motie. Die ondertekening van de SP is wel bijzonder, omdat de aansluiting van de EU een onderdeel was van de Europese Grondwet, waar de SP zo tegen te keer is gegaan.

Donderdag 29 juni 2006

Commissievergaderingen en plenaire sessies rijgen zich aaneen. In de Monitoringcommissie moet ik het concept-rapport over Albanië toelichten, terwijl er ook de Milieucommissie vergadert, waar een rapport over de zeehondenjacht in Canada en Noorwegen op de agenda staat. Helaas kan ik die niet bijwonen. Later, bij de koffie, hoor ik van mijn Noorse collega Bjorn Jakobsen dat het rapport, mede door zijn toedoen, is afgezwakt. Zo is de passage waarin de Assemblee verwelkomt dat een aantal landen, waaronder Nederland, de invoer van zeehondenproducten heeft verboden, verandert in de neutrale formulering dat de Assemblee hiervan heeft kennisgenomen. Bjorn vertelt me van mening te zijn veranderd over de zeehondenjacht, toen hij zich ging verdiepen in de Noorse praktijk, die streng onder toezicht staat en daardoor zonder overbodig dierenleed plaatsvindt. Hij ergert zich aan het meten van twee maten: je wel druk maken over het doden van zeehonden, maar niet over het slachten van varkens of koeien. De zeehonden worden bovendien veel meer bedreigt door de zeer vervuilende olie-industrie, zo voegt hij er nog eens aan toe. Ik neem me voor me nog eens goed in de materie te verdiepen als het rapport weer op de agenda staat.

’s Middags is er een debat over de monitoringprocedure die de Assemblee wil gaan toepassen op alle lidstaten, en niet alleen op de nieuwkomers. Een goed voorstel, want ook in de oude lidstaten is niet alles koek en ei, zoals blijkt uit de eerste rapportage van elf landen. Klik hier voor mijn inbreng.

Tussendoor heb ik verschillende gesprekken, o.a. met de secretaris van de commissie ‘Gelijke rechten tussen mannen en vrouwen’. Deze commissie heeft me –met mijn instemming-benoemd tot rapporteur over prostitutie. Ze dachten: een linkse man uit Amsterdam moet dat wel aankunnen. Het is een precair onderwerp, waar binnen Europa geheel verschillend over wordt gedacht. We bespreken de thema’s en inleiders door die een conferentie in september over dit onderwerp moeten invullen.

Als ik naar mijn hotel (‘Maison Rouge’ …, geloof me het is een braaf logement) loop, blijkt het centrum alweer in een feestelijke sfeer te verkeren. Deze keer is het Tour de France , want zaterdag is de proloog (een tijdrit) in het centrum, op zondag start en finisht de eerste etappe en op maandag starten de renners voor de tweede etappe in Straatsburg – om er dit jaar niet meer terug te keren. Muziek, folkloristische dans, eetkramen en Tour-souvenirstands trekken duizenden mensen. TV-ploegen zijn in grote getale neergestreken en de spanning wordt opgevoerd door berichten over het grootscheepse Spaanse dopingonderzoek, dat voor vele tourdeelnemers wel eens catastrofaal kan aflopen.

Berichten over een andere crisis sijpelen vandaag ook steeds meer door. In Den Haag blijkt Balkenende aan een draadje te hangen. Geen ijzerdraad van Rita Verdonk, maar een zijden draad, gesponnen door een motie van afkeuring van Femke Halsema, die eenvoudig door Lousewiese van der Laan kan worden doorgeknipt. Dat doet ze ook. Ik luister op mijn kamer op mijn laptop via internet naar Radio 1, waarop uitgebreid aandacht is voor het roemloze einde van dit waardeloze kabinet.

Uiteindelijk heeft het hardnekkig bekritiseren  van Verdonk door vooral GroenLinks er toch toe geleid dat ze –en met haar de hele handel- het boeltje moet pakken. Drie keer recht is scheepsrecht: de derde motie van afkeuring leidt tot het gewenste resultaat. Ik ga tevreden naar bed en droom van een links kabinet.

 

Dinsdag 20 juni 2006

Belangrijkste agendapunt vandaag is de wetswijziging die het mogelijk moet maken dat een deel van de overheidsaandelen van Schiphol verpatst kan worden. GroenLinks ziet dat niet zitten. De luchthaven is zo'n belangrijke onderdeel van de Nederlandse infrastructuur dat de overheid hier volledige zeggenschap over moet houden. Dat vinden alle partijen, behalve de VVD -die vooral om ideologische redenen Schiphol deels wil privatiseren- en uiteindelijk ook het CDA, dat zich gebonden acht aan het regeerakkoord. Jos van der Lans voert namens de fractie uitstekend het woord; zie daarvoor zijn weblog.

's Middags komt de Eurocommissaris Frattini op bezoek. Hij wordt ontvangen in de statige Gotische Zaal in het gebouw van de Raad van State. De Italiaan zit uiteraard strak in het pak en hield een nogal plichtmatig verhaal, waarin de noodzaak tot Europese samenwerking ter bestrijding van het terrorisme centraal stond. Uiteraard stellen de aanwezigen Kamerleden ook vragen. O.a. over het bericht dat vanochtend in de Volkskrant staat dat de EU de teelt van wiet zal verbieden. Dat blijkt toch allemaal weer wat anders in elkaar te steken. Frattini benadrukt dat de illegale teelt van wiet verboden is, maar dat ieder land zelf bepaalt wat legaal en illegaal is. En dat is maar goed ook. Ook het bezit van soft drugs voor persoonlijke consumptie zal niet door EU-regelgeving worden aangepakt, wat overigens niet kan, zolang bijv. Nederland dat niet wil. Later zou Frattini tijdens de persconferentie opmerken dat Nederland zijn kroonjuwelen mag houden (euthanasie, abortus, prostitutie, soft drugsbeleid), ook al omdat niemand ze wil hebben. Een grappige opmerking, maar wel van iemand die zijn kop in het zand steekt. Laat Frattini maar eens kijken naar al die landen in de EU, waar al deze zaken illegaal zijn, maar waar wel het aantal drugsgebruikers en drugsdoden beduidend hoger is dan in Nederland, de prostitutie welig tiert en illegale abortussen levensbedreigend zijn. Ik stel het punt aan de orde van de passagiersgegevens die luchtvaartmaatschappijen verplicht zijn door te geven aan de Amerikaanse autoriteiten. Immers, er zou wel eens terrorist kunnen zitten, althans iemand met een Arabisch klinkende naam die voorkomt op de onuitputtelijk harde schijven van hun computers. Het Europese Hof heeft echter onlangs geoordeeld dat de overeenkomst tussen de EU en de VS, die deze data-overdracht regelt, op onderdelen gewijzigd moet worden. Dan kan meteen de kritiek die vanuit het Europees Parlement op de overeenkomst is uitgeoefend, o.a. door GroenLinkser Kathalijne Buitenweg, worden meegenomen. Zoals de de overdaad aan gegevens die wordt verzameld, waardoor de privacy onnodig wordt aangetast, en de noodzaak om na verloop van tijd de effectiviteit van dit paardenmiddel te meten. Frattini blijkt echter niet van zins nu de gelegenheid daarvoor aan te grijpen, hij wil slechts tegemoet komen aan de kritiek van het Hof, die meer technisch van aard is, maar zegde toe eind 2007,  als de overeenkomst afloopt en er een nieuwe gesloten moet worden, deze punten mee te nemen. Een schone taak voor het Europese Parlement om hem hier aan te houden.

 

Dinsdag 13 juni 2006

Vandaag het debat over de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie. Maar eerst zoals gebruikelijk de fractievergadering waar deze keer de nieuwe GroenLinks voorzitter Henk Nijhof op bezoek is. Rustige, evenwichtige vent, twaalf jaar wethouder in Hengelo geweest,  komt van buiten het partijcircuit: kortom een voorzitter die GroenLinks op dit moment goed kan gebruiken.

Het debat over deze nieuwe uitbreiding van de Europese Unie bevat weinig vuurwerk. In mijn verhaal leg ik de nadruk op een actieve ‘monitoring’ (vervelend woord toch waar niet een echt goed Nederlands woord voor is, ‘volgen’ komt nog het meest in de buurt, maar het is méér dan dat, het is systematisch volgen van een gewenste ontwikkeling  aan de hand van vooropgestelde criteria) van beide landen ná de toetreding, op die gebieden waar ze nog niet aan de criteria voldoen. Trouwens ook de huidige lidstaten zouden aan zo’n mechanisme onderwerpen moeten worden. Bot is positief over het monitoren van Bulgarije en Roemenië, maar terughoudend over de andere lidstaten. Klik hier voor mijn bijdrage aan het debat.

Ik heb nog even tijd een bijeenkomst van Een Ander Nederland bij te wonen over de vraag: kunnen de linkse partijen een wenkend alternatief bieden op economisch gebied. Kees Tamboer, die vanuit een links levensgevoel altijd dwarse stukken in het Parool schrijft over sociaal-economische vraagstukken, is als buitenstaander uitgenodigd. Het is zoals altijd een levendige discussie tussen parlementariërs van de drie linkse partijen, die toch draait om de vraag  in hoeverre de onderlinge solidariteit in stand kan worden gehouden als bestaansvoorwaarde voor allerlei voorzieningen, met het draagkrachtprincipe als uitgangspunt zonder groepen tegen elkaar uit te spelen. Zoals altijd maakte Anja Meulenbelt foto’s en zal ze in haar weblog daar ongetwijfeld verslag van doen.

 

Hieronder een verslag van mijn reis door de Zuidelijke Kaukasus i.v.m. het rapport dat ik ga schrijven voor de Raad van Europa over vermisten. Dit verslag is als 'Hollands Dagboek' ook gepubliceerd in het NRC/Handelsblad van zaterdag 10 juni 2006.

Zaterdag 3 juni 2006

Via Wenen vlieg ik naar Yerevan, de hoofdstad van Armenië. Op weg naar een vergeten uithoek van Europa, waar sinds de ernstige conflicten in begin jaren ’90 zevenduizend mensen worden vermist: soldaten en burgers. Vooral de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan over Nagorno Karabakh heeft lidtekens veroorzaakt. Deze regio in Azerbeidzjan met een overwegend Armeense bevolking werd in de nadagen van de Sovjetunie met hulp van Armenië na bloedige strijd een zelfstandige ministaat. Er is inmiddels al twaalf jaar een wapenstilstand, maar beide landen weigeren samen te werken om de vermisten op te sporen, dan wel hun lijken te identificeren. Dat leidt tot een gekmakende onzekerheid voor de families. Voor de Raad van Europa ga ik een rapport schrijven over deze tragedie, die voor een groot deel opgelost kan worden als de betrokken landen, met name Armenië en Azerbeidzjan, samen gaan werken in plaats van elkaar tegen te werken.

Veelzeggend is de opwinding over een foutje van de stewardess op weg naar Yerevan. Ze laat een bandje met vluchtinformatie afspelen in het Azerbeidjaans wat leidt tot een enorm gemor onder de vele Armenen onder de passagiers. Haastig biedt ze haar verontschuldigingen aan en laat de goede taal horen.  

Yerevan  heeft een overzichtelijk centrum met veel laagbouw, groen en terrassen. Ik dwaal van het Plein der Republiek (v/h Leninplein) naar de middeleeuwse Katoghike kapel. Deze kwam te voorschijn toen de kerk die er overheen was gebouwd, werd gesloopt. Protesten zorgden ervoor dat de kapel gespaard bleef, wat heel bijzonder was in de Stalintijd. Bebaarde priesters in gouden en rode kazuifels mengen zich onder devote Armeniërs met een trots die verraadt dat dit land de bakermat van het Christendom is.  

 

Yerevan: Plein der Republiek

Zondag 4 juni 2006

De dag begint met een hartverscheurend gesprek. Een moeder is met haar Engelssprekende dochter van een 120 km verder gelegen dorp gekomen om te vertellen over haar zoon Haik. Tranen vullen een uur lang haar ogen. Haik verdwaalde in 1999 tijdens een korte vakantie in het grensgebied met Azerbeidzjan, werd opgepakt in een Azerbeidjaans dorp en is sindsdien verdwenen. Het laatste, vage bericht is dat hij gevangen wordt gehouden aan de kust van de Kaspische Zee. ‘ Helpt u me alstublieft, ik kan niet langer wachten!’ Zo zijn er 774 verhalen van even zovele vermisten te vertellen. Het TV-programma ‘Spoorloos’ kan hier nog even voort. Ik voel me tegelijkertijd gemotiveerd en onthand. Voor haar en al die anderen hoop ik iets te kunnen bereiken, tegelijkertijd mag ik geen valse verwachtingen wekken.

Het Internationale Rode Kruis heeft een aanpak ontwikkeld die er voor moet zorgen dat na gewapende conflicten het aantal vermisten zo laag mogelijk is. Dat gaat van het verzamelen van gegevens en het identificeren van overschotten tot ondersteuning van de familie, rouwverwerking en herdenkingsmomenten. Ik praat uitgebreid met drie mensen van het Rode Kruis-team, dat in een onooglijk kantoortje  in een achterafstraat zetelt. Ze voelen zich te veel eigenaar van het probleem, dat in eerste en laatste instantie de verantwoordelijkheid van de Armeense (en Azerbeidjaanse) autoriteiten is. Ze werken met hen samen om alle benodigde stappen te zetten, maar worden opgehouden door gemakzucht, ondeskundigheid en gebrek aan politieke wil. Vroeger associeerde ik het Rode Kruis vooral met collectebussen; het is hartverwarmend te zien hoe de Zwitser, de Française en de Serviër gepassioneerd en deskundig met dit zo schrijnende vraagstuk om gaan.

Maandag 5 juni 2006

’s Morgens ontmoet ik een groep van twintig vrouwen die hun man of zoon kwijt zijn. Ze zijn niet alleen verdrietig, maar ook trots en strijdvaardig. Ik ben niet de eerste buitenstaander die ze hun verhaal vertellen, dus terecht zijn ze sceptisch. Als ik na een week mijn hielen licht: wat gebeurt er dan verder? Kan de Raad van Europa werkelijk invloed uitoefenen op de autoriteiten? Zo reëel mogelijk probeer ik hen een perspectief te schetsen. De aanbevelingen in mijn rapport kunnen niet zo maar genegeerd worden. De met de mond beleden wil tot samenwerking met het Rode Kruis moet in herkenbare, humanitaire stappen worden omgezet. Na twee uur gaan we uit elkaar. De opmerking van één van hen dat dit gesprek hen weer nieuwe moed geeft, lijkt uit het hart gegrepen.

’s Middags is het tijd voor de autoriteiten. Eerst spreek ik met de commissie die het probleem van de vermisten moet aanpakken. Ze lijken ervan doordrongen dat regeringen verantwoordelijk zijn voor het uitbreken van gewapende conflicten en dat de brokken die resten niet op het bordje van internationale organisaties kunnen worden geschoven. Daarna ontmoet ik in het grote, maar uitgestorven parlementsgebouw Tigran Torosyan, sinds vorige week voorzitter van het parlement. Een collega, want hij zit nu nog in de Assemblee van de Raad van Europa. Dat praat makkelijker, al behoort Tigran tot het meer berekenende mensentype. Uiteraard kiest hij impliciet voor de Armeense positie in het conflict rond Nagorno Karabakh, maar hij ziet in dat samenwerking met Azerbeidzjan nodig is. We gaan met een klein gezelschap uit eten, maar hij moet eerder weg: het Armeense team heeft gisteren in Turijn de olympisch schaaktitel veroverd en wordt vanavond, bij gebrek aan grachten in Yerevan, in de opera gehuldigd. 

Dinsdag 6 juni 2006

De autorit van Yerevan naar Tiblisi, de hoofdstad van Georgië, is tegelijkertijd opwindend én slaapverwekkend. Opwindend vanwege het spectaculair lege landschap. Groene heuvels met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Een ansichtkaartidylle, af en toe verstoord door een dorp of stadje, waar duidelijk te zien is dat 40% van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Slaapverwekkend, zoals elke roadmovie die vier uur duurt.

In Tiblisi word ik opgewacht door een clubje van elf in zwart geklede vrouwen. De verhalen zijn even hartverscheurend als gisteren in Yerevan. Deze keer is het Abkhazia, de noordwestelijke punt van Georgië, dat in het begin van de jaren ‘90 met geweld onafhankelijk werd. Na de gevechten werden ruim 1700 mensen vermist. De meesten liggen in massagraven in Abkhazia, dat weigert mee te werken aan het opgraven en identificeren van de stoffelijke resten. Het gesprek gaat me moeilijker af dan gisteren. Ik voel de machteloosheid van de vrouwen. Ze vechten tegen een situatie die beheerst wordt door geopolitieke overwegingen: een machtig buurland (Rusland) dat door de steun aan een schertsstaat als Abkhazia, probeert iets te redden van het adagium uit de Sovjettijd: veilige grenzen door bevriende regimes. Het bezoek aan de verse minister van Vluchtelingen is nutteloos. Hij spreekt in slogans en gemeenplaatsen. Terug in mijn hotel, merkwaardig genoeg een recent geschenk van het Turkse aan het Georgiaanse leger, heb ik contact met het thuisfront. De korte Pinkstervakantie in de datsja te Vinkeveen is voorbij. Vrouw en dochter zijn weer veilig terug in Amsterdam.  

 

Grensovergang Armenië Azerbeidzjan

Woensdag 7 juni 2006

De koele ochtend begint met de voorzitter van de commissie van vermisten, vader van een vermoorde zoon. Zeer gemotiveerd en met grote kennis van zaken beantwoordt Vladimer mijn vragen. Langzamerhand wordt hij steeds kritischer op de langs elkaar heen werkende ministeries. En op het autistische ministerie van defensie, dat door de vurig gewenste toetreding van Georgië tot de NAVO opereert als een staat in de staat. Hij zegt goed te kunnen samenwerken met de collega’s van Abkhazia en dat de politiek de zaak eerder frustreert dan de oplossing dichterbij brengt. Waar heb ik dat eerder gehoord?

De informatie die we van de Rode Kruis-medewerkers ontvangen is wederom zeer nuttig. Ze zijn al heel ver met het verzamelen van gegevens van alle vermisten, zodat het identificeren van stoffelijke resten beter kan plaatsvinden.

De rit naar het vliegveld is een dodenrit. Zoals steeds in Tiblisi wordt mijn auto voorafgegaan door een politieauto met zwaailicht die als een spookrijder door het chaotische verkeer racet. De vlucht naar Baku, de hoofdstad van Azerbeidzjan, passeert de grens tussen het christelijke Armenië en Georgië en het islamitische, maar zeer seculiere Azerbeidzjan. Baku is het weerzien van een goede bekende. Het laatste half jaar ben ik hier vijf keer geweest als leider van de delegatie verkiezingswaarnemers van de Raad van Europa. Mijn conclusies waren kritisch voor de machthebbers. Hopelijk is dat nu niet het geval, zo houd ik het groepje journalisten voor dat me staat op te wachten.  

Donderdag  8 juni 2006

Er begint een zeker ritme in de bezoeken te komen. Ook in Baku ontmoet ik Rode Kruismedewerkers en familieleden van vermisten. Deze keer dertig in getal, waaronder nu ook mannen. Het aantal vermisten in Azerbeidzjan bedraagt officieel 4604. Hun verhalen zijn wederom verdrietig. Sommigen geven een foto mee van hun krijgshaftig kijkende zoon. Maar de politieke heftigheid is groter dan in Tiblisi of Yerevan. Die wordt later op de dag nog sterker als ik parlementariërs ontmoet in het foeilelijke gebouw van het parlement, dat vorstelijk uitkijkt over Baku en de Kaspische Zee. De collega’s proberen me ervan te overtuigen dat mijn rapport vooral de Armeniërs aan de schandpaal moet nagelen, vanwege het inpikken van Nagorno Karabakh. Ik probeer hen ervan te overtuigen dat de medewerking van Armenië noodzakelijk is voor de systematische aanpak van het Rode Kruis om vermisten op te sporen. Levend of -wat veel waarschijnlijker is- dood. En dat het Rode Kruis juist de inspanningen van de Raad van Europa nodig heeft om die samenwerking te bereiken. Er wordt heftig heen-en-weer gepraat, waarbij ik de indruk krijg dat ik ze weet te overtuigen. ’s Avonds trakteren ze me op een etentje in de lommerrijke tuin van restaurant Izmir. Het is er vredig met muziek, dans, wijn en kebab. Eén van mijn gastvrouwen heeft een boek geschreven en trots overhandigt ze me de Engelstalige versie. Het gaat over de verovering door Armenië van een stadje in Nagorno Karabakh in 1992, waarbij ruim vijfhonderd slachtoffers vielen. De ondertitel luidt: Armenian terrorism as an integral part of the international one. Ik besef me wederom dat mijn opdracht een lastige is. Ik beloof haar het te lezen, maar niet vannacht.  

 

Baku: martelarenpark waar de slachtoffers van de strijd om Nagorno Karabakh liggen begraven

Vrijdag 9 juni 2006

Dit niet zo Hollandse Dagboek moet tijdig naar de redactie. Vandaag een druk programma met de Staatscommissie voor Vermisten, de Ombudsman, de minister van Buitenlandse Zaken, enkele NGO’s, een persconferentie en tot slot een interview in de Azerbeidjaanse Nova. Daarna de nachtvlucht via Wenen naar Amsterdam. Ik ben benieuwd naar het bandje met de vluchtinformatie.